Ik heb zo vaak in de spiegel gekeken.
Meestal zie ik hetzelfde, alleen de ene keer word ik er blijer van dan de andere keer. Als ik terugkijk, zie ik veel gezichten en soms ben ik verbaasd om hoe bang of moe of peilloos of hoeveel bravoure.
Ik laat teveel afhangen van hoe ik eruit zie en soms boezemt dat me angst in, omdat ik me voor kan stellen dat mij dat, ouder wordend, niet gelukkiger maakt. Misschien vergis ik me, en zal ik de komende tien jaar weer gelukkiger worden van mijn lijf, net als de afgelopen jaren. Ik laat mijn humeur er soms door bepalen, chagrijnig van een pukkel, ook al zit’ie nog onder de oppervlakte. Ik vind het belangrijk mooie kleding te dragen en dat is nog tot daaraan toe, maar ik moet niet denken dat me dat een beter en leuker en origineler mens maakt. Ik denk dat wel. Ik kijk naar mezelf in de ruit van de trein, ik lach ’s ochtends in de spiegel, ik probeer twee paar schoenen bij deze jurk en kies voor de elegantste, of de meest sexy, of de stoerste, en het liefst natuurlijk de deftigste, zoals een lief meiske op school zei.